Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde de industrialisatie en mechanisatie een belangrijke rol. Heel wat machines waren mislukte experimenten. Zo ook de ondergrondse graafmachine bij Petit Bois in Wijtschate. De Britten beslisten om een mechanisch graafmachine in te zetten in de Ieperse Bleu Bastard Clay.
Zo vermeed men het harde graven door arbeiders die de lange tunnels onder de Duitse stellingen moesten graven (welke soms konden oplopen tot 6 kilometer). De graafmachines waren bestemd voor de Britse kolenmijnen en niet voor plakkerige klei zoals die van Ieper.
Bij Petit Bois werd op 4 maart 1917 voor het eerst een graafmachine getest op een diepte van 24 meter. Door de zuigende kracht van de natte Blue Bastard Clay liep de machine vast. Ook had de graafmachine de neiging om naar beneden te graven en niet voorwaarts.
Maanden later werd de 7,5 ton zware graafmachine uitgeschakeld na 64 meter graven bij een snelheid van 6,1 centimeter per uur. Sindsdien werden de tunnels afgewerkt met mankracht. De twee bijliggende kraters zijn het resultaat van de ontploffing van de Mijnenslag op 7 juni 1917. De machine bevind zich nog altijd onder de grond.
- 1 De boor
- 2 Schoepen
- 3 Transporteren van aarde, klei, etc
- 4 de motor
- 5 treinonderstel
- 6 ondersteuning van wanden.
Duitse aanvallen
Zowel de Duitsers als de Geallieerden groeven tunnels. De Geallieerden groeven tunnels om de Duitse stellingen de lucht in te blazen en de Duitsers om de Geallieerden te dwarsbomen. Alleen wist men niet precies waar de Duitsers of de Geallieerden zaten. Bij Petit Bois lieten de Duitsers verschillende mijnladingen ontploffen die op een diepte van 15 meter werden aangelegd in de hoop om de tunnels van de Britten te treffen.
Een Duitse lading vernietigde op 10 juni 1916 een Britse tunnel over een lengte van 90 meter en een diepte van 27 meter. In de 1,2 meter hoge en 90 centimeter brede tunnel zaten 12 Sappers vast. Na zes dagen en een halve dag werd de tunnel hersteld. Van de 12 Sappers overleefde slechts een. Dit was mijnwerker William Bedson afkomstig uit Rotherham. Zijn gesneuvelde kameraden werden begraven op het Kemmel Chateau Cemetery.
Petit Bois met de Kemmelberg. Op deze plaats ligt op 24 meter diepte de graafmachine.