Op 4 augustus 1914 wordt België onder de voet gelopen door de Duits/Oostenrijkse horde. Uit angst voor de Duitse terreur zesduizend Belgische vluchtelingen in twee weken de grens over. De Duitse opmars verloopt niet zachtzinnig. Huizen, kerken, en officiële gebouwen worden geplunderd. Burgers die weerstand bieden worden geëxecuteerd. In de eerste weken vinden vijfduizend burgers de dood.
Binnen enkele weken zijn Luik, Leuven en Brussel gevallen. Antwerpen komt onder bedreiging van de vijandelijke troepen en het Antwerpse stadsbestuur de bevolking te vluchten ook al is er nog geen schot gelost. Dit advies wordt massaal opgevolgd en de bevolking slaat op de vlucht.
Driedaagse beschieting van Antwerpen
Op 7 oktober 1914 begint de driedaagse beschieting van Antwerpen. Bij deze aanval zetten de Duitsers twee 420 mm kanonnen in. De zogenaamde Dikke Bertha’s.
Rond Antwerpen waren twaalf zwaar bewapende forten. Deze forten zouden de stad moeten verdedigen alleen waren ze niet bestand tegen het grote geweld. Op 10 oktober geeft Antwerpen zich over. De beschietingen hebben drie dagen geduurd en de meeste inwoners zijn ondertussen gevlucht.