De slag bij het Teutoburgerwoud is een grote zwarte bladzijde van het Romeinse rijk. De slag vond niet bij precies bij het Teutoburgerwoud plaats maar bij een gehucht genaamd Kalkriese wat bij Bramsche ligt.
De veldheer Arminius van de Germaanse stammen had een list bedacht en liet aan de Romeinen doorgeven dat het andere kamp van de Romeinen onder hevige druk stond en dat het kamp moest worden versterkt.
De Romeinse veldheer Varius, de aanvoerder van 3 garnizoenen, geloofde dit bericht en hij ging op weg door het Teutoburgerwoud waar hij onder verschrikkelijke weersomstandigheden werd aangevallen door het Germaanse leger van Arminius.
Grote verliezen voor de Romeinen
De meeste Romeinse manschappen werden vermoord in de eerste dag. De 2de dag paste de Germaanse veldheer Arminius dezelfde list nog eens toe en bijna alle Romeinse manschappen werden vermoord. Diegene die over waren gebleven werden naar een moeras verdreven waar ze allemaal de dood vonden tegen de Germaanse tegenstanders. In totaal werden er 20.000 manschappen van Varius vermoord.
De manschappen die waren gevangen genomen zijn door Arminius geofferd aan zijn goden. Het hoofd van de Romeinse aanvoerder Varius en de vlaggen van zijn garnizoenen werden naar Rome gestuurd waar Keizer Augustus in zijn slaap zou hebben geroepen: “Varius geef mij mijn manschappen terug”! De slag bij het Teutoburgerwoud was dus een zware nederlaag voor de Romeinen.