De Zilvervloot wordt verovert door Piet Hein
Piet Hein was een kaper die van de Nederlandse regering doormiddel van een kaperbrief toestemming had gekregen om de Spaanse schepen te beroven en te vernietigen. Niet alleen oorlogsschepen mochten doormiddel van deze brieven worden aangevallen, ook vrachtschepen behoorden tot de slachtoffers. In 1628 veroverde maakte Piet Hein plannen om het jaarlijkse zilverkonvooi van de Spanjaarden te overvallen.
Dit zilverkonvooi voer aan het andere einde van de wereld namelijk bij de kust van het Amerikaanse contingent. Het Spaanse zilverkonvooi werd vaak voorzien van enkele oorlogsschepen die eventuele rovers, zoals piraten, onschadelijk konen maken.
Piet Hein had hier al rekening mee gehouden en zorgde er voor dat zijn mannen goed waren voorbereid. Hij voer met 31 zwaar bewapende schepen naar de Spaanse vloot toe die onder leiding stond van de Spaanse admiraal Benavidas. Een deel van de vloot van Piet Hein werd op dusdanige wijze ingezet dat de Spanjaarden niet meer terug konden varen. Bij het eiland Cuba voeren de Spanjaarden naar de baai van Matanzas, deze baai was vernoemd naar een stad.
De Spanjaarden wilden in deze baai het zilver aan land brengen maar enkele galjoenen liepen bij deze poging vast op het strand. Piet Hein bracht met zijn bemanning 13 Spaanse schepen tot zinken en maakte in totaal 4 schepen buit.
De Spaanse Zilvervloot was tijdens deze slag in de baai van Matanzas volledig verslagen. De totale buit van Piet Hein had een waarde van 12 miljoen gulden. In die tijd was dat een gigantisch groot kapitaal. Hiervoor kon een groot leger op de been gehouden worden en konden vele wapens worden aangekocht. De 12 miljoen gulden werden door Piet Hein geïnvesteerd in de oorlog tegen Spanje.