Mijnenslag bij Mesen

De “Mijnenslag bij Mesen” was een Britse aanval door middel van mijnen die duurde van 7 juni tot 14 juni 1917.

Het Doel

De Duitsers hielden stand op de heuvelrug bij Mesen waar ze een uitkijk hadden met overzicht over het front. De Britse bovengrondse aanvallen zouden mislukken maar de ondergrondse aanvallen zouden slagen. In het geheim bouwden de tunneliers van het Britse leger tunnels richting de Duitse stellingen waar ze onder de Duitse stellingen springstof zouden plaatsen om zo de vijand te laten exploderen. De planningen werden op januari 1916 voorgelegd door generaal Herbert Plumer.

Het veroveren van deze heuvel zou de Britten heel wat lasten verminderen voor de opeenvolgende slagen zoals de “Slag om Passendale”. Die slag begon op 31 juli 1917 en eindigde op 10 november 1917 om zo de Ieperboog te doorbreken.

De voorbereidingen van de aanval

Meer dan 6.000 Britse tunneliers en meer dan 1.000 infanteristen begonnen in het geheim aan de bouw van 24 tunnels. Deze tunnels bevonden zich tussen Hill 60 en Ploegsteert tot onder de Duitse stellingen. Deze bouw zou anderhalf jaar zou duren.

In de tunnels werden duizenden kilo’s springstof geplaatst. Onder Hill 60 werd er 25.000 kilo springstof geplaatst. Ondanks de gespecialiseerde tunneliers was het geen pretje. De klei onder de Ieperboog was plakkerig en je kon niet graven met scheppen en bijlen. Graafmachines bleven soms vast zitten.

Clay kicking
De klei onder de grond was blauw en kreeg al gauw de naam “Blue Bastard Clay”. Soms werden vakmannen gespecialiseerd in het graven van klei ingezet. Ze gebruikten de “Clay kicking” methode. “Clay kicking” is een door de Britten toegepaste werkmethode waarbij de graver, gezeten-gelegen op een schuin aangebrachte houten ruggesteun, met de benen vooruit klei los trapt.

Britten pasten die manier van werken al toe in de burgerlijke mijnbouw en de eerste ondergravers waren in het burgerleven “clay-kickers”. Hun methode leverde niet alleen snel en efficiënt werk op. Het kon ook vrij geluidloos worden uitgevoerd wat gezien de steeds meer verbeterde “afluisterapparatuur” zeer handig was.

De meest bekende eenheid was de 171st Tunnel compagnie. Mannen uit Londen die dagelijks metrotunnels in de Londense blauwe klei uitgraven. De tunnels die liepen onder Mesen hadden een lengte tussen de 65 tot 720 meter die op het einde voorzien werden van springstof. Via een ontstekingsdraad kon het springtuig van afstand tot ontploffing gebracht worden. De gangen werden uiteindelijk weer dicht gegooid zodat de drukgolf geen uitweg kon vinden. Hierdoor zou de kracht van de explosie heviger worden.

171st Tunnel compagnie aan het werk
171st Tunnel compagnie aan het werk met een mijnen tunnel

De gevaren van het graven

Ondanks de vijandelijke aanvallen bovengronds waren de tunnel gravers niet veilig. Het grootste gevaar bij het uitgraven van gangen onder de grond was instortingen. Ook de vijand bleek onder de grond een gevaar te zijn. Met stethoscopen speuren de Britse gravers naar de Duitse stellingen.

Aan de andere kant van het slagveld waren ook de Duitsers bezig met het graven van tunnels. De Duitsers probeerden met hun stethoscopen het geluid van de gravende tegenstander te ontdekken. Regelmatig volgden daarna gevechten in de schachten.

Kaart - Slag om Mesen
Kaart – Slag om Mesen

De fatale slag

In de vroege ochtend van 7 juni 1917 lieten de Britten de 24 tunnels exploderen vanaf Hill 60 tot aan de bossen van Ploegsteert. Hiervan explodeerden 19 mijnen. De overige vijf waren mislukt maar intact en 1 mijn werd voor de aanval door de Duitsers onschadelijk gemaakt.

Vlak voor de aanval had generaal Plumer besloten dat de twee zuidelijkste mijnen niet tot ontploffing zouden worden gebracht. Volgens hem lagen ze te ver van het beoogde doel. Bijna 500.000 kilo aan springstof liet een enorme knal horen en liet de grond beven zoals bij een aardbeving.

Zwaarste ontploffing in de geschiedenis
De inwoners van Parijs en Londen konden de explosie voelen en horen. De Duitse stellingen werden in de lucht geblazen. Het was daarbij ook de zwaarste ontploffing in de geschiedenis. Later zou dit opgevolgd worden door de atoombommen.

De Britse en Australische divisies veroverden de heuvelkam Wijschate-Mesen. Ze werden gesteund door de Nieuw-Zeelandse divisie. Toen de geallieerden de heuvelkam in handen kregen bleven ze afwachten om pas in juli 1916 aan te vallen.