Pacificatie van Gent

Don Luis de Requesens, de door Spanje aangestelde landvoogd en tevens opperbevelhebber van het Spaanse leger in Nederland, overleed onverwachts op 1 maart 1576 in Brussel. Door de Spaanse koning was nog geen opvolger voor Don Luis de Requesens benoemd.

Dit zorgde voor onrust bij de soldaten en huurlingen van het Spaanse leger. Ook het feit dat de soldij van de Spaanse soldaten voor een lange periode niet was betaald zorgde voor onrust en desertie. De gedeserteerde Spaanse troepen zaaiden dood en verderf in veel Nederlandse steden.

Zo werden Aalst en op 4 november 1576 ook Antwerpen belaagd en voor een groot deel uitgemoord en leeg geplunderd. Katholieke en protestantse Nederlanders probeerden in oktober in de plaats Gent de armen ineen te slaan om de Spaanse bezetter te verdrijven. Men stelde de pacificatie van Gent op.

Deze pacificatie werd na de bloederige wandaden van de Spanjaarden op 6 november 1576 zowel door de katholieken als de protestanten getekend. Nederland verenigde zich op godsdienstig gebied nog niet officieel maar besloot in ieder geval wel gezamenlijk het geweld te verdrijven.

Drie dagen na de ondertekening van de pacificatie van Gent hadden de inwoners van Gent de Spaanse soldaten weten te verdrijven. Een aantal maanden later gebeurde dit ook in Utrecht en ook Antwerpen volgde. Even leek het voor de wind te gaan met de Nederlandse verzetsstrijders die zowel uit katholieken als uit protestanten bestonden.