De Sovjet-Unie en Amerika mengen zich in de strijd
De Sovjet-Unie was na de tweede wereldoorlog in conflict geraakt met het Westen. Dit conflict werd de “Koude Oorlog” genoemd. De Koude Oorlog was een oorlog die niet openlijk tot een grote strijd kwam.
Er werden tijdens de Koude Oorlog echter wel andere conflicten uitgevochten. De partijen in de koude oorlog maakten het elkaar moeilijk om andere oorlogen te winnen. Zo steunden ze vaak elkanders tegenpartij in een conflict.
Wanneer de Sovjet-Unie vocht tegen een bepaald land dan kwam het dus vaak voor dat het Westen het aangevallen land steunde. Andersom gebeurde ook en de tweede Israëlisch- Arabische oorlog was daar een voorbeeld van.
De Sovjet-Unie besloot om de Arabische wereld te benaderen en hulp te bieden aan Egypte. Chroesjtsjov was de leider van de Sovjet-Unie in 1956 en hij wilde de Britten, Fransen en Israëlieten uit Egypte verdrijven doormiddel van een dreiging. Hij dreigde onder andere met een raketaanval op Londen wanneer de Britten niet terugtrokken uit Egypte.
Doordat de Sovjet-Unie zich mengde in de strijd moest Amerika (de grootste tegenstander van de Sovjet-Unie) ook van zich laten horen. Amerika wilde echter niet dat het Oost-West conflict zou escaleren en verlangde dat de Fransen, Britten en Israëlieten zich zouden terugtrekken en hun “neokoloniale” activiteiten zouden beëindigen.
Nu de dekking van de Westerse grootmacht Amerika wegviel zat er voor de drie aanvallende partijen niets anders op dan terugtrekken. Ze verlieten Egypte en gaven het Suezkanaal weer over aan de Egyptenaren.