Op 14 mei 1940 ontving kolonel Scharroo, de Nederlandse commandant van Rotterdam van generaal Schmidt, de Duitse bevelhebber van het 39e legerkorps een ultimatum. Hierin werd gedreigd met de vernietiging van Rotterdam indien er geen overgave zou volgen.
Generaal Winkelman, opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten, besloot tijd te winnen door Scharroo een tweede ultimatum aan te laten vragen. Schmidt gaf daarop opdracht het bombardement uit te stellen wegens overgave onderhandelingen.
Hij liet om 13.20 uur een nieuw ultimatum opstellen en gaf Scharroo drie uur de tijd om zich over te geven.
Maar al binnen enkele minuten verschenen de Duitse bommenwerpers. Schmidt liet in paniek rode lichtkogels afvuren als teken van overgave.
Het was al te laat. Één eskader kon de aanval afbreken. Vanuit het oosten naderende de andere vliegtuigen en ze lieten hun bommen op de stad vallen. Het bombardement duurde een kwartier en de chaos was enorm.
Overgave van Rotterdam
Huizen stonden in brand en de elektriciteit was uitgevallen. De hele stad was in rep en roer. Na afloop telde Rotterdam circa 800 doden en 78.000 daklozen. Een half uur voor het verstrijken van het tweede ultimatum tekende Scharroo de overgave van Rotterdam.