Voordat de Amerikanen in Vietnam begonnen te vechten hadden eerst de Fransen daar gevechten geleverd. Heel Vietnam was namelijk een Franse kolonie voor 1945. Vanaf 1945 tot 1954 vochten de Fransen in Vietnam tegen een groep vrijheidsstrijders.
Deze vrijheidsstrijders werden de Vietminh genoemd en werd geleid door Ho Chi Minh. Deze gewapende verzetstrijders waren communistisch en wilden een zo groot mogelijk del van Vietnam onder een communistisch bewind onderwerpen. De Fransen wilden hun kolonie behouden en besloten hard op te treden tegen deze communistische vrijheidsstrijders.
De Amerikanen waren tegen het uitbreiden van het communisme in andere landen dan de Sovjet-Unie, dus besloten zij de Fransen te steunen in hun strijd tegen deze wereldbedreigende ontwikkeling. Deze steun was vooral financieel en doormiddel van het leveren van wapens.
De Chinezen en de Sovjets steunden de communistische opstandelingen maar dat gebeurde in beperkte mate. De communistische opstandelingen bleken een sterke partij te zijn voor de Franse soldaten. Tijdens de slag bij Dien Bien Phu van 17 maart tot 7 mei 1954 werden de Franse legionairs verslagen.