Slag bij Midway

Beslissing in de Stille Oceaan

Op 4 juni 1942 probeerde de Keizerlijke Japanse Marine de Amerikanen in een hinderlaag te lokken bij Midway. Het werd de beslissende zeeslag in de Stille Oceaan, maar beide vloten naderden elkaar nooit tot minder dan 150 km.

Net als de Grand Fleet van admiraal Jellicoe in de Eerste Wereldoorlog was de Keizerlijke Japanse Marine eenzijdig gericht op het concept van de “grote beslissende confrontatie”. Admiraal Isoroku Yamamoto bedacht in het kader daarvan Operatie M1.

De eerste fase bestond uit een lading op de Aleoeten, die de Amerikanen naar het noorden moest lokken om tot een tegenaanval over te gaan. Dan zou de strategische Amerikaanse buitenpost Midway relatief onbeschermd zijn en kon gemakkelijk worden ingenomen.

Midway lag nog geen 2000 km van Hawaii vandaan. Admiraal Chester Nimitz kon zich niet veroorloven dat het eiland in vijandelijke handen zou blijven. Hij zou met zijn verzwakte vloot Midway te hulp komen, maar daar worden opgewacht en weggevaagd door een formidabele Japanse vloot. Het plan had twee zwakke plekken: Het was te complex, en het hield geen rekening met de mogelijkheid dat de Amerikanen de Japanse radiocode hadden gebroken. Wat het geval was.

Amerikaanse Carriers

De Amerikaanse carrier-macht as op dat moment zwakker dan ooit. Van de vier vliegdekschepen in de Stille Oceaan waren alleen USS Enterprise en USS Hornet van Task Force 16 onder bevel van vice-admiraal William Halsey beschikbaar in Pearl Harbor.

De Hornet was juist teruggekeerd van de befaamde “Doolittle Raid” met B-25’s op Tokio. USS Yorktown keerde op 27 mei zwaar beschadigd terug van de Slag in de Koraalzee en werd in de onwaarschijnlijk korte periode van drie dagen weer gevechtswaardig gemaakt. De onlangs gerepareerde USS Saratoga was in het westen en kon onmogelijk op tijd terug zijn.

De Japanners wezen 162 schepen in 13 groepen toe aan Operatie M1. Op 3 juni voerden vliegtuigen van de carriers Junyo en Ryojo aanvallen uit op Attu op de Aleoeten, maar de VS lieten zich niet verleiden om in te grijpen.

De Japanse verkenningen met vliegboten en onderzeeërs in de buurt van Midway hadden niets opgeleverd, maar Amerikaanse vliegtuigen van het eiland ontdekten elementen van de vijandelijke invasiemacht in de voormiddag van 4 juni op een afstand van ongeveer 1100 km ten westen van het eiland.

De hoofdmacht, de ervaren carrier-vloot van vice-admiraal Chuichi Nagumo zonder de beide vliegdekschepen die in de Koraalzee waren uitgeschakeld, werd echter niet opgemerkt. Ongeveer 500 km daarachter voer de grote slagvloot met admiraal Yamamoto zelf aan boord van de gigantische Yamato.

Deze moest de Amerikanen overvallen op het moment dat ze hun handen vol zouden hebben aan de vliegdekschepen van Nagumo. Het laatste vlootelement was de Midway Operation Force, die ongeveer 1000 km zuidelijker opstoomde.

Verrassingselement

De USS Enterprise en Hornet (onder bevel van schout bij nacht Raymond Spruance omdat Halsey ziek te bed lag) lagen met de Yorktown van schout bij nacht Frank Fletcher ongeveer 550 km ten noordoosten van het eiland. De Amerikanen wisten van de Japanse krijgsplannen en Yamamoto stond dan ook op het punt om zelf in de val te lopen.

Op 3 juni om 04:30 uur ’s ochtends stuurde vice-admiraal Nagumo zijn eerste aanvalsgolf van 72 bommenwerpers en 36 jagers op het eiland af. Hij was op dat moment ongeveer 400 km van Midway verwijderd en naderde het doel met hoge snelheid.

Terwijl een sterke defensieve jager-formatie boven de vloot cirkelde om een tegenaanval vanaf Midway af te weren, werden bijna honderd vliegtuigen uitgerust met pantser-doorborende bommen en torpedo’s voor de komende confrontatie met de Amerikaanse vloot.

Luchtaanval

Om 05:30 werd Nagumo’s hoofdmacht ontdekt door een Consolidated PBY van Midway en werd de hele luchtvloot van het eiland gealarmeerd. Nu de Japanse carriers ontdekt waren, ging Spruance in de aanval.

Tussen 06:30 en 07:00 uur bereikte de Japanse luchtaanval het eiland en richtte zware schade aan. De piloten berichtten echter aan hun commandanten dat een tweede aanval noodzakelijk was.

Tegenaanval

Van Nagumo’s vliegtuigen waren er op dat moment echter al 67 vernietigd of buiten gevecht gesteld, en hij wist nog steeds niet waar de Amerikaanse carriers bevonden. De complexiteit van Yamamoto’s plannen begon hem parten te spelen.

Op zijn vier vliegdekschepen was het een chaos van landende, tankende en opstijgende vliegtuigen. Een aanval van Amerikaanse torpedobommenwerpers werd echter radicaal afgeslagen zonder enige verliezen aan eigen zijde. De toestellen waren afkomstig van het eiland, wat hem ervan overtuigde dat een tweede aanval inderdaad noodzakelijk zou zijn. De aanvalstoestellen werden bewapend met bommen.

Om 08:00 uur hadden Spruance en Fletcher een aanvalsmacht van 151 toestellen de lucht in gestuurd. Die was nog onderweg toen een Japans watervliegtuig eindelijk de Amerikaanse vloot ontdekte. Diens radiobericht veroorzaakte paniek aan boord van Nagumo’s vlaggenschip, want diens dekken stonden volgepakt met vliegtuigen die nog bewapend en afgetankt moesten worden.

Zijn enige hoop lag bij het effectieve jager-scherm dat boven de vloot rondcirkelde. Veel toestellen van de Hornet slaagden er niet in de vijand te vinden, maar een gecombineerde aanval van 41 Douglas TBD’s om 10:18 uur werd effectief afgeslagen. Er gingen 35 Amerikaanse vliegtuigen verloren.

Dat had de Japanse jagers echter tot op zeeniveau naar beneden gelokt, zodat de erop volgende golf van 49 duikbommenwerpers vrij spel had. De dicht bij elkaar varende Akagi, Kaga en Soryu incasseerden respectievelijk twee, vier en drie zware voltreffers. De dekken stonden vol vliegtuigen met volle tanks en alledrie de carriers stonden in een mum van tijd in lichterlaaie en zonken kort erop.

De Hiryu voer iets verder in de achterhoede en bleef bij de eerste aanvalsgolf buiten schot. Het schip bracht torpedobommenwerpers de lucht in, die de Yorktown vonden op het moment dat daar de eerste duikbommenwerpers terugkeerden. De Japanse aanvallers werden gedecimeerd door het jager-scherm, maar wisten het vliegdekschip driemaal te raken.

Om 12:20 uur kwam het schip brandend stil te liggen, maar maakte even later weer stoom. Beide vloten waren nu 200 km van elkaar verwijderd. Een tweede aanvalsgolf van de Hiryu boekte om 14:45 uur twee torpedotreffers. De Yorktown werd verlaten, maar weigerde te zinken en werd op sleeptouw genomen.

De laatste aanval bij Midway

Opnieuw stuurden de Enterprise en de Hornet hun afgematte vliegers de lucht in. Veertig Douglas SBD’s maakten een einde aan de Hiryu. Vier bommen verwoestten zijn vliegdek en vier andere beschadigden de romp. Het schip werd opgegeven en door eigen bemanning tot zinken gebracht.

De Yorktown werd door onderzeeboot-torpedo’s tot zinken gebracht terwijl ze naar huis gesleept werd. Dat verlies en de ondergang van de eerste torpedobommenwerpers vormden de enige smet op de Amerikaanse zege.

Er waren elf slagschepen in de buurt, maar de slag werd volledig uitgevochten en bepaald door vliegdekschepen. De opmars van de overmoedige Japanners was tot stilstand gebracht.

Binnen zes maanden na Pearl Harbor lagen vier van de zes Japanse carriers die aan de aanval hadden deelgenomen, op de bodem van de Stille Oceaan en moest het Japanse opperbevel het plan om Australië te isoleren, laten varen.