Het ontstaan van het uniform

Het uniform heeft veel ontwikkelingen ondergaan om te komen tot het uniform zoals wij dat nu kennen. Vroeger waren het de Romeinen die al voor hun soldaten standaard uitrustingen ontwierpen. Iedereen droeg dezelfde kleur en iedereen kreeg hetzelfde wapen, helm, schild en kuras.

Echter stamt het uniform niet af van deze standaard uitrusting. Na het Romeinse rijk waren militairen verantwoordelijk voor hun eigen kleding. Dit leek niet op een uniform maar deze kleding volgde gewoon de mode.

Prins Maurits en de ontwikkeling van het uniform

§in het begin van de 17e eeuw was het Prins Maurits die het eerste staatsleger in Europa oprichtte. In die tijd zijn ook de eerste militaire uniformen ontstaan die later verplicht werden.

Het heeft echter wel enige tijd geduurd voor het uniform volledig ontwikkeld was. Het begon allemaal met de koopmannen die huursoldaten verhuurden aan de staat om oorlogen te voeren.

Deze koopmannen waren de kolonels. Echter wezen zij een plaatsvervanger aan omdat ze zelf meer met handelen bezig waren. Deze plaatsvervangers die de andere soldaten aanvoerden werden luitenant-kolonels genoemd.

Dankzij deze groepen soldaten is het uniform ontstaan. De koopmannen zorgden er namelijk voor dat al hun soldaten goede kleding hadden. Hiervoor kochten de koopmannen vaak een hele rol stof en lieten deze door een kleermaker bewerken.

De soldaten liepen dus allemaal in dezelfde kleur stof, en de kleding zag er dus hetzelfde uit. De soldaten moesten er overigens wel zelf voor betalen.

De kleur van het uniform

Doordat de soldaten dezelfde kleuren droegen kon je goed zien wie bij welke legergroep hoorde. Daarnaast straalde de uniformiteit in kleding saamhorigheid en orde uit. Later werden op de uniformen van staatslegers bepaalde nationale tekens gezet of de kleur van het uniform had de nationale kleuren.

Het koninklijke Franse leger kreeg daarom bijvoorbeeld een witte kleur. In Engeland verfde men het uniform rood en Pruisen donkerblauw. Deze landen deden dit ook met het oog op het stimuleren van de verfindustrie.

Ook in Nederland werd het uniform net als in Pruisen donkerblauw om de verfindustrie te bevorderen. Andere landen kozen voor hun nationale kleuren of de kleuren van hun koningshuis.

Het model van het de eerste uniformen

Het uniform zelf was meestal een lange zware jas die tot de knieën hing. Blouses en jassen met lange mouwen werden door de soldaten tot over hun handen gedragen.

Ook droegen zij grote hoeden die bescherming tegen de zon en regen boden. Dit was voor soldaten die marcheerden en vochten natuurlijk niet altijd handig. De hoed hing in de weg bij het zicht en bij het hanteren van vuurwapens vielen de jassen en blouses over de handen waardoor het schieten werd bemoeilijkt.

Om de gevechtsfunctie van het uniform te verbeteren werden de kledingstukken omgeslagen, de hoed werd vaak aan 1, 2 of 3 kanten omgeslagen en er werd een vangsnoer aan bevestigd tegen het afvallen van de hoed tijdens het gevecht.

Door deze aanpassingen ontstond de steek. De steek is een speciale hoed waarvan hieronder enkele foto’s zijn geplaatst.

De jassen werden aan de mouwen opgestroopt/ omgeslagen en met knopen vastgezet, later kregen deze omslagen verschillende kleuren zodat regimenten te onderscheiden vielen.

De rokken, zo werden de lange jassen genoemd, werden aan de voorzijde naar achter omgeslagen zodat deze niet in de weg hingen. Het uniform straalde macht en martiaal uit. De uniform kledingstukken werden zo populair dat de gewone burgers dit als mode begonnen te dragen.

Op de onderstaande afbeeldingen ziet u het omslaan van het uniform:

Op de onderstaande afbeeldingen ziet u een Franse steek uit 1840, u kunt hier zien dat de hoed aan 2 zijden omgeslagen is:

Om een land te herkennen werd er op het hoofddeksel een kenmerkend object geplaatst genaamd de kokarde,

Op de onderstaande afbeeldingen ziet u een Franse kokarde, gebaseerd op de nationale driekleur, en een Nederlandse kokarde, met het kenmerkende oranje in het midden.

Ook werden er gardelissen geplaatst om de knopen op het uniform, dit om slijtage van de kleding door de metalen knopen tegen te gaan.

Fourageres op het uniform

Later voegde men fourageres aan het uniform toe. Deze fourageres waren afkomstig uit de bereden wapens en nestels. Fourageres gaven vaak aan dat iemand een speciale functie had.

Aan de fourageres hingen kwastjes, in deze kwastjes zat veel verschil, wat de rang aanduidde. De hogere functies hadden bovendien extra kenmerken zoals sterren. Ook werden tot in de 19e eeuw nog ringkragen gedragen waaraan officieren herkenbaar waren.

Ook worden er nog steeds oranje sjerpen gedragen, ook hieraan was na de Franse tijd een officier herkenbaar.

Nederlandse officier in 1825 van het regiment Huzaren no.6
Nederlandse officier in 1825 van het regiment Huzaren no.6

De Gibernes

Ook droegen soldaten een Gibernes. Dit is een patroontas. Hierin werden de kogels, kruit en lont bewaard omdat men de wapens (voorladers) handmatig moest vullen. De soldaten zorgden voor een gevecht dat ze de juiste hoeveelheid kruit etc. had klaarliggen. Tijdens de slag was er namelijk vaak geen tijd om alle stoffen precies af te wegen.

Nederlandse officier in 1825
Nederlandse officier in 1825
Epauletten
Epauletten

In de Napoleonistische tijd werden door de Fransen epauletten gedragen, dit waren rangkenmerken die op de schouders van de soldaten waren aangebracht.

Met epauletten werd dus eigenlijk aangegeven hoe belangrijk iemand was en welke functie hij vervulde. Daarnaast kon men aan epauletten aflezen tot welk regiment iemand behoorde. Dit kon worden bepaald door de kleur maar ook door een bepaald teken dat op het epaulet was aangebracht.

Onderstaande foto toont een epaulet uit de 19e eeuw:

Epaulet uit de 19e eeuw

Het uniform in ontwikkeling

Het uniform bestond dus op een gegeven moment volledig zoals wij het nu kennen, echter werden er uit praktische redenen nog veel veranderingen in aangebracht. Zo schakelden veel landen net als Nederland in 1912 over op een veldgrijs uniform. Deze kleur diende als een soort camouflage of gevechtskleur.

Ook voegde men in de kraag de zogenaamde kraagspiegels toe. Kraagspiegels zijn de rangtekens in de kraag die vaak in de vorm waren van sterren en balken. Tijdens de 2e wereldoorlog werd het Engelse uniform ook door Nederlandse militairen gedragen.

Na de oorlog droeg men nog steeds uniformen met kraagspiegels en geallieerde uniformen. In 1963, het jaar van de uniformele verandering, werden uit bezuinigingen alle speciale onderdelen zoals kraagspiegels, fourageres etc. afgeschaft voor het dagelijks uniform. Ze kwamen alleen nog voor op de ceremoniële uniformen.

In 1985 is het effen kakikleurig uniform, dat tot die tijd het dagelijkse uniform was, vervangen voor een camouflage uniform.

Officieren uniform 1963
Het uniform zoals dat in 1963 voor officieren was ingesteld.