In 1568 ontstond de tachtigjarige oorlog. Inmiddels waren de protestanten bereid tot massaal openlijk verzet en besloten hierbij wapens te gebruiken. De protestanten wilden zich bevrijden van het juk van Alva en de Spaanse troepen.
In hun verzet werden de protestanten geleid door Willem van Oranje. Willem van Oranje was stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Willem van Oranje was ontzet over de tirannie die Spaanse troepen uitoefenden op de bezette Nederlanders.
Hij besloot de Nederlandse protestanten te leiden in hun gewapende verzet tegen de Spanjaarden. Willem van Oranje zocht bondgenoten in zijn verzet en vond deze in twee familieleden. Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau sloten zich bij Willem van Oranje aan.
Op 23 mei 1568 werd de eerste slag geleverd van de tachtigjarige oorlog. Deze slag vond plaats bij Heiligerlee. Deze plaats ligt in de provincie Groningen in de buurt van Winschoten. De protestanten werden tijdens deze slag geleid door Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau.
De protestanten wonnen de slag bij Heiligerlee maar graaf Adolf vond de dood. Willem van Oranje zocht zoveel mogelijk steun bij andere gewesten en hun adellijke leiders. Hij wilde graag meer manschappen en wapens en had daarvoor geld nodig.
Om aan geld te komen verkocht hij een groot deel van zijn bezit. Hij besloot ook andere groepen bij zijn verzetsmacht aan te laten sluiten en zijn ogen gingen hierbij naar gewapende rovers die de watergeuzen genoemd werden.