Slag bij Passendale

Tussen 31 juli en 10 november 1917 werd de derde slag om Ieper gevoerd bij Passendale. Ieper was belangrijk doordat het een toegangspoort naar het Kanaal was. Daarom werd het ook wel ‘de wedloop naar zee’ genoemd.

In 1914 kregen de Britten Ieper in handen. Ieper was kwetsbaar doordat zij aan alle kanten kon worden beschoten en werd al snel met de grond gelijk gemaakt. De Britten gaven Ieper echter niet op. Na een mislukte actie met chloorgas had het Britse leger, onder leiding van opperbevelhebber Haig, een reden om optimistisch te zijn.

Het Franse leger was uitgeput en de Russen in het oosten waren er nog slechter aan toe. De Britten beschikten nu ook over tanks, vliegtuigen, lichte machinegeweren en grote voorraden munitie. De Britten konden vijf kilometer oprukken door een tactisch goede aanval op Arras. De Britten wilden de aandacht op zich vestigen door een grote aanval van de Fransen op ‘Chemin des Dames’ te camoufleren.

In de ochtend van 7 juni 1917 werden 19 gigantische mijnen tot ontploffing gebracht. Deze mijnen hadden de Britten na 18 maanden graven onder de zuidoostelijke Duitse linies bij Ieper aangebracht. De ontploffing van bijna een miljoen amatol (een soort springstof) was enorm. Ze het in Londen en Parijs horen. 36 kilometer van de explosie dachten ze aan een aardbeving. Dit gebeurde onder leiding van opperbevelhebber Haig.

Door de natte herfst en de hoosbuien die er woedden veranderde het slagveld bij Ieper in een moeras. Sommige soldaten en dieren werden verzwolgen door de modder en deze werden gebruikt als stapstenen om vooruit te komen. De soldaten konden hun maten niet redden door het gevaar van de vijand en de modder.

Met het gekrijs van de gewonde soldaten was het letterlijk een hel geworden. Door informatie te winnen in overgebleven dagboeken en verzonden brieven aan familie en vrienden is gebleken hoe erg de situatie was. Ondanks het onbegaanbare terrein had Haig bevel gegeven voor meer aanvallen.

Haig had de Duitsers echter onderschat en er vielen nog veel meer doden door deze dubieuze beslissing. Haig had in november 1917 ook door dat dit geen nut meer had. Hij beëindigde het offensief.

Eind 1917 zagen de soldaten in de loopgraven de doelloosheid van deze massale bloederige oorlog ook in. Ze verloren het optimisme en vroegen zich af waarom ze nog vochten.

Deze oorlog heeft een kwart miljoen Britten het leven gekost. Dit waren 50.000 meer manschappen dan de Duitsers verloren. Net als bij de slag bij Verdun en de Somme werd Passendale synoniem van doellosheid en militaire verspilling.