De Unie van Brussel was een overeenkomst tussen de opstandige Nederlandse gewesten en de landvoogd Don Juan van Oostenrijk. Deze overeenkomst werd gesloten op 7 januari 1577. Doormiddel van dit verdrag moest de rust in Nederland wederkeren.
De landvoogd ondertekende dit verdrag en daarmee erkende hij de eerder door Nederlanders gesloten pacificatie van Gent. De Unie van Brussel was een verdrag dat onder andere bepaalde dat Don Juan de Spaanse troepen zou laten terugtrekken, hoewel dat wel tegen betaling moest worden uitgevoerd.
De Nederlandse staten generaal erkenden door dit verdrag te ondertekenen dat Filips II hun koning was en zij moesten zich inspannen voor het behoud van het katholieke geloof als belangrijkste geloof van de Nederlandse provincies. Zowel de Spaanse legerleiding als de Nederlandse legerleiding tekenden de Unie van Brussel.
Op 6 april 1577 werd de Unie van Brussel ook getekend door Filips II de koning van Spanje die tevens de koning van Nederland was. Door zijn ondertekening was het verdrag officieel van kracht. De Spaanse troepen trokken zich in dezelfde maand nog terug. Deze terugtocht duurde echter niet lang.
Op 24 juli van dat zelfde jaar vielen de Spaanse troepen van Don Juan de citadel van Namen binnen en op 31 augustus beval Filips II dat de Spaanse troepen weer naar Nederland moesten terugkeren. Van de naleving van de Unie van Brussel was van de Spaanse zijde niets meer over.
Het Spaanse leger in Nederland werd zelfs versterkt door de troepenondersteuning die onder leiding stond van Alexander Farnese welke de zoon van Margaretha van Parma was. Nederland moest nu op zijn tellen letten.