Amerikaanse presidenten in de Koude oorlog

Tijdens de koude oorlog waren verschillende Amerikaanse presidenten aan de macht. Het ambtstermijn van een democratisch gekozen president is van kortere duur dan de ambtstermijn van een communistische dictator. Na de Vietnam-oorlog zijn nog verscheidene Amerikaanse presidenten belast geweest met de koude oorlog.

Nixon en de betrekkingen met de Sovjet-Unie

Nixon had een andere aanpak getoond in Vietnam en toonde ook een andere aanpak in de betrekkingen met de Sovjet-Unie en China. Hij zocht toenadering en deed dit in samenspraak met zijn adviseur Kissinger.

De Sovjetleider Breznjev waardeerde deze andere aanpak en de spanningen tussen Amerika en de Sovjet-Unie verminderden. Ook China werd betrokken bij de toenadering van Amerika. Er werden door Nixon en Kissinger regelmatig bezoeken gebracht aan de twee communistische landen.

Door dit overleg kwam Noord-Vietnam zelfs in een soort isolement en werd het niet gesteund door de twee communistische grootmachten in Azië. Bij Nixons aanpak werd echter niet of nauwelijks gekeken naar de misdaden van de communistische regimes. Door een oogje dicht te knijpen kreeg Nixon goodwill bij de communistische dictators.

De westerlingen vonden echter dat hij de democratie moest verdedigen en mensenrechten aan de kaak moest stellen. Op 9 augustus 1974 trad Nixon af als gevolg van het Watergate-schandaal. Dit schandaal was één van de voorbeelden waaruit bleek dat Nixon niet echt democratisch was ingesteld.

President Jimmy Carter en de koude oorlog

Nixon werd opgevolgd door Gerald R. Ford. In 1977 werd deze president opgevolgd door Jimmy Carter. Carter keek met meer wantrouwen naar de communistische landen dan Nixon. Hij vond dat mensenrechten gehandhaafd moesten worden.

Door dit nobele streven viel hij niet in de smaak bij de leiders van de ‘schurkenstaten’. Carter bepaalde dat Amerika niet mocht meedoen aan de olympische spelen die in 1980 in Moskou gehouden zouden worden.

Hiermee gaf hij aan dat hij het niet eens was met de koers van de Sovjet-Unie en de wijze waarop dit land met de mensenrechten omging. Carter voerde ook de Amerikaanse dienstplicht weer in. Hij wilde er voor zorgen dat Amerika voldoende ‘potentieel’ achter de hand had om eventuele aanvallen van schurkenstaten af te slaan.

Jimmy Carter en Afghanistan

Eind jaren 70 ontstond er in Afghanistan een conflict tussen islamitische groeperingen en de Sovjet-Unie. Beide partijen wilden Afghanistan regeren. De Sovjet-Unie besloot een harde confrontatie aan te gaan en het westen steunde voor een groot deel de islamitische opstandelingen.

Jimmy Carter besloot de Islamitische opstandelingen zelfs te laten trainen door Amerikaanse soldaten. Hiervoor had hij 40 miljoen dollar beschikbaar gesteld. Deze trainingen bleken achteraf erg effectief te zijn want langzamerhand nam de invloed van de Sovjet-Unie af en hun wandaden tegen de opstandelingen werden door de wereld verworpen.

De internationale druk op terugtrekking van de Sovjetsoldaten uit Afghanistan nam steeds meer toe. Jimmy Carter wilde vrede in de wereld en zette zich daarvoor in. Hij kon echter geen einde maken aan de koude oorlog.

Door in het buitenlandse beleid duidelijk te laten zien dat hij de mensenrechten van een land zeer belangrijk vond keerden een aantal landen zich van Carter af. Eind 1980 verloor Jimmy Carter de presidentsverkiezingen van Ronald Reagan. Carter kreeg in 2002 de Nobelprijs voor vrede omdat hij zich had ingezet voor de democratie en de mensenrechten in de wereld.

Ronald Reagan en Afghanistan

Ronald Reagan werd de nieuwe president van Amerika van 20 januari 1981. Zijn gave om mensenharten te bespelen was al om bekend. Zou hij deze gave ook in kunnen zetten voor de koude oorlog? Reagan moest niets van het communisme hebben.

Hij wilde het communisme op dezelfde wijze bestrijden als enkele van zijn voorgangers hadden gedaan. Hij steunde de islamitische opstandelingen in Afghanistan en tevens Saddam Hoessein. Beide verzetten zich tegen het communisme en werden daarin financieel ondersteund door Amerika.

Amerikaanse presidenten en de leiders van de Sovjet-Unie

De Amerikaanse presidenten zaten in een moeilijke situatie tijdens de koude oorlog en de verschillende conflicten die daarin heersten. Ze moesten er voor zorgen dat de democratie gehandhaafd werd en dat de wereld niet onder het juk van de communisten zou komen te staan.

Naast deze internationale verantwoordelijkheid moesten de Amerikaanse presidenten er voor zorgen dat de Amerikaanse regering zijn gezicht niet verloor en op een democratische wijze met de publieke opinie omging.

Het ambtstermijn van Amerikaanse presidenten is vrij kort en sterk onderhevig aan de stemming van de bevolking en de populariteit van de besluitvorming van de regering. De communistische leiders waren minder verantwoording verschuldigd zowel op nationaal als internationaal terrein. Ook de langere regeerperiodes brachten de communistische dictaturen een voordeel in de koude oorlog.